Carnaval in Rio

Carnaval in de buitenwijken van Rio de Janeiro

Carnaval in Rio de Janeiro staat te boek als een gigantisch feest.  Wie kent niet de uitbundige beelden van dansende feestvierders in het centrum van de stad Iets dat je één keer in je leven meegemaakt moet hebben. En een item dat op de bucketlist staat van veel mensen. Al net zo kleurrijk en bijzonder, maar intiemer en kleinschaliger, zijn de feesten die tijdens carnaval gevierd worden in de favelas en de buitenwijken van de stad.  

Zeker een miljoen mensen trekken tijdens het carnaval naar het centrum en de zuidzone van de stad om de parades te zien en feest te vieren. De drie bekendste carnavalsoptochten in de stad zijn Cordão da bola preta, Banda da Ipanema en Monobloco. Voor wie bereid is de portemonnee te trekken is er ook nog het hoofdevent in de Sambodrome, waar sambascholen als Beija-flor, Salgueiro en Vila Isabel door een lange straat met tribunes paraderen met hun mooiste wagens en outfits. Het hele jaar hebben ze geoefend op hun danspasjes en uit volle borst zingen ze het lijflied van hun sambaschool mee. Voorop de Koningin van de Sambaschool die met haar presentatie en danskunsten de show steelt.

De Sambodrome ken ik zelf alleen van tv, net als de meeste inwoners van Rio de Janeiro overigens. Het maakt ze niet minder trots op hun carnaval. De drukte en het massale karakter van de blocos in het centrum zijn net iets te veel van het goede voor mij. Ook veel Cariocas (inwoners van Rio de Janeiro) maken gebruik van deze dagen om aan de drukte te ontsnappen, zij gaan naar strandplaatsen als Cabo-frio, Buzios of Angra dos Reis.

Zelf verbleef ik in de carnavalperiode het liefst in de Zona Norte (de noordzone van Rio de Janeiro), de buitenwijken van de stad en de favelas. Hier was het allemaal net wat kleiner en overzichtelijker vergeleken met het centrum en de zuidzone. En kon ik aan een tafeltje zitten met wat vrienden en op mijn gemak naar alles kijken wat voorbijkwam.  

Bate-Bolas

In Jardim America maakte ik voor het eerst kennis met de bate-bolas. Een fenomeen dat is ontstaan tijdens de carnavalsfeesten in de buitenwijken van Rio, met name de Zona Norte , Zona Oeste, en Baixada Fluminense. Sinds de Bate-bolas in 2012 werden uitgeroepen tot cultureel erfgoed, zijn er meer dan 400 groepen geregistreerd in Rio de Janeiro. Een mooi voorbeeld van het eigen karakter, maar ook van de resistentie en veerkracht waarover het carnavalsfeest in de buitenwijken van de stad beschikt.


Zo zijn de kleurrijke kostuums van de Bate-bolas geïnspireerd op een oud poppenspel uit de 16e eeuw, de commedia dell’arte met de harlekijn als voorloper van de clowns. Een acrobatische en ondeugende man met zijn gezicht bedekt achter een half-masker. Ook draagt hij altijd een stok. Die werd hem regelmatig afgenomen om hem mee af te ranselen. Leuk weetje is dat hier de term ‘slapstick’ vandaan komt. In de jaren ’30 kwam daar in Brazilië een vierde personage bij om de show te stelen, de Bate bola.  

  Deze Bate-bolas worden ook wel Clóvis genoemd. Omdat de meeste Brazilianen in het begin van de 20e eeuw weinig op hadden met het Engels, verbasterden de Brazilianen clóvis tot clown. Het verhaal gaat dat het Portugese immigranten waren die begin 20e eeuw deze traditie hebben meegebracht. Beinvloed door het idee van het feest van Driekoningen waren het arme Europese kinderen die de maag van de koe als bal gebruikten. Gemaakt van de restanten van de dieren die overbleven na het bereiden van het laatste maal voor de vastenavond voor Aswoensdag. 

Een andere theorie is dat de Clóvis gebaseerd zijn op het verhaal van vrijgemaakte slaven die gezocht werden door de politie. Die gingen soms verkleed als clowns om zo toch mee te kunnen feesten. En sloegen dan met een bal aan een stok met touw, de Bate-bolas, met alle kracht op de grond. Uit protest tegen de oppressie, om te laten zien dat ze over de macht en de kracht beschikten om gezamenlijk de boel te ontregelen en veranderingen in gang te zetten. 


Os Clóvis, een andere naam voor Bate-bolas, zijn al met al voortgekomen uit een mix van verschillende populaire feesten: uit Italië Folia de Reis in (katholieke feestelijke optochten ter ere van de driekoningen), uit Frankrijk de gemaskerde feesten, en uit Portugal Entrudo Portugues (een straatspelletje uit de middeleeuwen waar met vies water naar mensen werd gegooid *).

Het is een traditie die net als de keuze van je favoriete voetbalclub van vader op zoon doorgegeven wordt. Of dochter, want er zijn intussen ook vrouwelijke Bate-bolas. Het hele jaar door worden er voorbereidingen getroffen, barbecues georganiseerd, feesten en bijeenkomsten met elkaar gehouden. Alleen de kostuums blijven tot het laatste moment geheim. Pas op de zaterdag of zondag van het carnaval gaan de Bate-bolas de straat op om hun mooiste kostuums te tonen. Die verschillen cultureel gezien weer per regio. Zo zijn kostuums in de oostzone van Rio voller (bujão) en meer lappen stof dan in de noordzone. 

O Bate-bola is de koning van het carnaval in de periferie!

Er is geen kind in de periferie van Rio die deze mysterieuze figuur niet kent. Met zijn opgepofte satijnen outfits, trendy sneakers en de rubberen bal aan een stok met touw. En harde funkmuziek, springend en stuiterend door de straten slaan de Clóvis hun ballen krachtig tegen de grond. Opgewacht door een menigte die vol verwachting hun fantasiekostuums bewonderen. Alsof ze getuige zijn van een geheim genootschap die zich bij uitzondering tijdens carnaval openbaart. Een vuurwerkshow leidt het begin van de optocht in. Terwijl de stoet passeert komt je een sterke geur tegemoet; sommigen hebben zich naar oud gebruik helemaal ondergedompeld in parfum.

De verschillende groepen die tijdens de feestelijkheden paraderen zijn er op uit om de meeste indruk te maken, op grond van de fantasiekostuums, creativiteit of door het lawaai en energieke performance. De Bate-bolas hebben een traditie van conflicten en vechten om hun onderlinge concurrentie te beslechten. Misschien dat er daarom ook nog wel een beetje een spanning of angst in de lucht hangt als de groepen elkaar tegenkomen. Om de kinderen niet al te bang te maken voor de ballen die op de grond geslagen worden, hebben sommige Clovis de bal vervangen door een kleurig parasolletje in de hand. 

Toen we het hierover hadden, vertelden vrienden in Rio de Janeiro dat het ze deed denken aan de baile-funk feesten van vroeger, In de jaren 80/90 waren dit de plekken waar groepen elkaar opzochten om te vechten. Maar met de tijd veranderde dit toen het te veel problemen opleverde. Het lijkt erop dat de erkenning van Bate-bolas als cultureel erfgoed eraan heeft bijdragen dat het gewelddadige karakter steeds minder relevant is. En als cultureel vermaak nu uitgegroeid is tot een breed gedragen en vooral gewaardeerd evenement in de buitenwijken van Rio de Janeiro. Je zou de Clóvis tegenwoordig dan ook de vrolijke hooligans van het carnaval kunnen noemen.

In het verleden liet de traditionele media zich vooral negatief uit over de Bate-bolas. Het paste in het frame van angst en geweld die ze hanteerden als bevestiging van hun stereotype beeld van de favelas en de periferie. Terwijl in de buitenwijken zelf de Clóvis vooral als grappige opgewekte iconen gelden, verankerd in de community en lokale cultuur.

Het hele feest duurt vier dagen en eindigt op de dag voor Aswoensdag, wanneer de vasten beginnen. Maar eigenlijk is er geen begin en geen eind, Carnaval in Rio duurt eeuwig voort. Zodra het is afgelopen gaan de kostuums in de kast en beginnen de voorbereidingen voor het nieuwe jaar al. En worden er in de rest van het jaar feesten en bijeenkomsten georganiseerd door de verschillende scholen (ensaios) en zijn de mensen op de achtergrond alweer druk in de weer om ervoor te zorgen dat ze met hun school goed voor de dag komen.

Ik vond het bijzonder dat ik dit jaarlijkse feest met eigen ogen heb mee mogen maken. En was verrast te zien hoe sterk de Bate-bolas-viering hier leeft bij de mensen, het plezier dat het ze geeft tijdens het carnavalsfeest en de thrill die het teweeg brengt als deze verklede clowns met veel bombarie door de menigte heen banjeren. Een ongekend vleugje volkscultuur uit de periferie van Rio de Janeiro. 

 * (historicus Aline Gualda, DRS aan de UERJ).

Next
Next

Kijk op trainen